Oprijlaan 

Vanuit de ingang is de laan meteen een uitnodigend element, niet zo strak maar wel duidelijk een laan met voornamelijk zomereiken, maar ook berken, robinia’s, zwarte elzen en ratelpopulieren. Tevens groeien er lijsterbes, vlier, vuilboom en Amerikaanse vogelkers. 

De laan zou aangevuld kunnen worden met soorten zoals linde en beuk. De Amerikaanse vogelkers is een invasieve soort en wordt door middel van ringen en uitrekken van zaailingen zoveel mogelijk verwijderd. Spontane zaailingen van inheemse bomen en struiken zijn juist een goede aanvulling op de laan, mits ze op de juiste plek groeien. 

De kruidlaag op de laan is rijk aan soorten. Tijdens een korte inventarisatie zijn meer dan 60 soorten gevonden, met dalkruid, hemelsleutel, salomonszegel en vingerhoedskruid als kersen op de taart. Deze soortenrijkdom kan vergroot worden door geschikte sierlijke soorten toe te voegen, bijvoorbeeld hartbladige zonnebloem en bosanemoon.  

Bramen verhinderen soms de groei van kruidachtigen en worden dan verwijderd. 

 

Grasland (gazon) 

We kunnen het grasland in twee delen verdelen: het vochtiger deel en het droge deel. Het vochtiger deel is logischerwijs het deel waar het gras het beste groeit en minder last heeft van droogte.  

Het droge deel ligt vooral naast de gebouwen, waar de zon het meest schijnt en het ter

rein hoger ligt. Bij droge omstandigheden sterft hier groot deel van het gras af, maar er zijn andere planten die wel tegen droogte kunnen: leeuwenklauw, dwergviltkruid en madelief bijvoorbeeld. Het zijn lage kruiden met smalle bladeren; ze vervangen hier de grassen en vormen een natuurlijke vegetatie.  

Rondom de vijver is er een rijke vegetatie. Door hiermee tijdens het maaien rekening te houden zal een mooie, bloemrijke vijverrand ontstaan. Dit betekent ongeveer een meter afstand van de rand houden en de mooiste plekken met een golvende linie ongemoeid laten.

Bos 

Het bos rondom de camping is van het type “droog berken-eikenbos”. Amerikaanse eik en Amerikaanse vogelkers horen hier niet bij, maar ze zijn op sommige plekken dominant en verdringen de natuurlijke vegetatie. Door middel van ringen en jonge zaailingen uitrekken kunnen we deze twee exoten bestrijden, maar dat vraagt een lange-termijn-visie. De kruidlaag is in dit type bos arm, maar prachtige soorten zoals rankende helmbloem, vingerhoedskruid, dalkruid en lelietje-van-dalen kunnen een mooie aanvulling zijn in het bos. Behalve de Amerikaanse eik en vogelkers zijn er twee andere exoten aanwezig, de robinia en het Amerikaanse krentenboompje (allebei oorspronkelijk uit Noord-Amerika), maar ze gedragen zich niet dominant en worden daarom niet bestreden. Overige soorten zijn zomereik,  berk, lijsterbes, vuilboom, hulst, hazelaar, schietwilg (aangeplant), beuk, grove den. De beuk komt sporadisch voor (maar staat wel in groot aantal buiten de camping bij het karrenspoor over de heide); de spontane zaailingen van deze soort zijn welkom en verdienen voorrang in het beheer. Het groenbeleid is erop gericht om de paden vrij houden, de veiligheid van bezoekers te waarborgen en exoten te bestrijden. Maar verder wordt het bos met rust gelaten. 

Vijver 

Door de centrale ligging vormt de vijver het hart van de camping. Dit voormalige buitenzwembad wordt door grond- en regenwater gevuld; schoon water en een fraaie vegetatie zijn kenmerkend. Bijzondere soorten aan de oever zijn koningsvaren en gagel, de ingezaaide ratelaar doet het goed en de overige vegetatie is fraai en gevarieerd. Door het gefaseerd maaien van de randen kunnen we de natuurlijke uitstraling van de vijver versterken en schuilplekken creëren voor verschillende soorten dieren, waaronder ook insecten. In de toekomst moet verlanding van de vijver eventueel met toepasselijke maatregelen worden voorkomen, maar dat is op dit moment niet aan de orde. 

Fauna 

Het gevarieerde en kleinschalige landschap biedt een leefgebied aan talrijke diersoorten, waaronder vogels, kleine zoogdieren en insecten. Door een ecologisch beheer willen we deze rijkdom behouden en waar mogelijk versterken, bijvoorbeeld door een gefaseerd maaibeheer, dood hout laten staan en zo min mogelijk verstoring in het bos. 

De zonnige en zanderige ruggen aan de randen van de velden zijn een uitstekende biotoop  voor (zand)bijen, mieren en andere insecten. Op deze manier probeert Natuurkampeerterrein De Meenthe te helpen om de achteruitgang van insecten te stoppen. Om dezelfde reden worden geen bestrijdingsmiddelen gebruikt. De gasten moeten eventuele problemen met insecten anders oplossen. 

De nadruk op de natuurlijke schoonheid van natuurkampeerterrein De Meenthe biedt ook mogelijkheden voor natuureducatie Bij voorbeeld in de vorm van  excursies voor gasten, scholen en andere groepen. Uiteraard binnen de mogelijkheden van de Groencommissie of een eventueel uitgenodigde natuurbeschermingsorganisatie zoals de Vlinderstichting of het IVN. Heeft u hier belangstelling voor neemt u dan contact met ons op via meenthe@nivon.nl.